De minst prominente rol in een rijk 
ribgewelf 
        is weggelegd voor de 
lierne, 
        die komt op de derde plaats en is dus een 
tertiaire rib.
        
Een bescheiden rib dus? Hoe rijker de 
        
gewelven 
        worden, hoe meer liernes er verschijnen, zodat ze het beeld wel haast domineren.
        
Naast de toch al moeilijk in te passen 
        
overlangse en 
        
overdwarse kruinribben, 
        komen er waaiers en gebogen ribben en zelfs 
        
destructivistische gewelven
        Het serieus bestuderen van ster- en soortgelijke gewelven, vooral die in Engeland, kan tot duizelingen leiden, het raadplegen van de 
        vakliteratuur kan daar ook nog flink aan bijdragen. Boeken in één en dezelfde taal spreken elkaar al tegen bij het 
        definiëren van 
primaire, 
        
secundaire 
        en tertiaire ribben. Het opzoeken van 
        
tiercerons 
        en liernes in andere talen helpt niet om tot eenduidige definities te komen.
        Uiteindelijk zie je overal sterretjes. Doe je ogen dicht en luister naar de eveningsong.
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (02-2017). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders